Xudoo
Quote Arthur Schopenhauer

“Lezen is denken met andermans hoofd”

december 2022

Wtp ultieme stresstest voor kwaliteit bestuur

Het einde van het jaar 2022 nadert snel. Het was maatschappelijk een tumultueus jaar. De ene crisis volgde de andere op. Oorlog, klimaat, energie, torenhoge inflatie, om er maar een paar te noemen. Stabiliteit is op veel terreinen ver te zoeken.

De pensioenfondssector opereert in het brede maatschappelijke bestel en heeft dus, in ieder geval zijdelings, te maken met de effecten van de verschillende crises.

Daarnaast speelt voor onze sector een ontwikkeling die dominant de aandacht van bestuurders heeft gevraagd, en zal blijven vragen: de invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) en de daarmee samenhangende transitie van het pensioenbestel.

Een majeure operatie voor onze sector die het uiterste vraagt van pensioenfondsen en toezichthoudende organisaties zoals DNB en AFM.

De transitie raakt alle beleidsterreinen van het pensioenfondsbestuur. Vrijwel alles wat ‘normaal beleid’ was, staat ter discussie. Wij maakten een korte inventarisatie.

  1. Politiek aan zet / invoeringssnelheid en complexiteit

Op dit moment is de politieke discussie over de nieuwe wet nog in volle gang. De invoering van de Wtp is een half jaar uitgesteld. Het is de vraag of de nieuwe invoeringsdatum reëel is. Sterker nog, er bestaat nog altijd een theoretische kans dat de nieuwe wet er uiteindelijk helemaal niet komt. De Tweede Kamer neigt op dit moment naar een positief oordeel, maar daarna volgt nog het politieke proces in de Eerste Kamer. De aanstaande verkiezing voor de Provinciale Staten kan hier nog een rol in spelen.

De pensioenfondssector kan niet anders doen dan de besluitvorming afwachten en ondertussen volop doorgaan met de voorbereidingen voor implementatie. Dit is bestuurlijk een lastige situatie omdat de einddatum blijft staan op 1 januari 2027. Er staat dus spanning op de tijdslijnen. Daarnaast is de complexiteit van de nieuwe wet nog moeilijk in te schatten. Eén ding is zeker: hoe complexer de wetgeving uiteindelijk wordt, des te meer druk ontstaat er op de snelheid en kwaliteit van de invoering.

  1. Herweging strategie

Al jaren is sprake van consolidatie binnen onze sector. De aanstaande Wtp heeft hier een nieuwe impuls aan gegeven. Veel, met name kleinere, pensioenfondsen hebben zich moeten verdiepen in de vraag of zelfstandig voortgaan de meest wijze richting is. Eventueel samenwerken of fuseren lijkt het meest logisch voorafgaand aan de transitie.

  1. Nieuwe definitie zorgplicht en keuzebegeleiding

De nieuwe wet stelt hoge eisen aan de zorgplicht en de daaruit voortvloeiende keuzebegeleiding. Binnen de sector wordt druk gediscussieerd over de vraag hoe ver de advisering van deelnemers moet gaan. Is een online adviesomgeving voldoende of dienen pensioenfondsen zich op het pad van de Persoonlijke Financiële Planning te begeven? Duidelijkheid hierover bestaat nog niet. De verwachting is dat de ultieme vorm in de praktijk gestalte zal krijgen en mogelijk nog jaren op zich laat wachten.

  1. Druk op uitvoering

De transitie zal technisch gezien voor een groot deel op het bordje komen van de uitbestedingspartners, oftewel de uitvoerders. Dit is een beperkt aantal partijen, die de komende jaren de uitvoering moeten verzorgen van alle pensioenfondsen. De mate waarin dit haalbaar is, heeft weer alles te maken met de inhoud van de nieuwe wet, die nu, zoals eerder gesteld, op het bordje van de politiek ligt. De snelheid van besluitvorming en de complexiteit van de wet verhouden zich recht evenredig tot de druk op de uitvoeringspartners.

Een extra complicerende factor, die de druk op de uitvoering verder vergroot, is dat veel uitbestedingspartijen zich in een systeemtransitie bevinden.

  1. Tekorten op de IT arbeidsmarkt

Een complexe transitie is gebaat bij ruim voldoende IT-technische kennis en ervaring. De huidige krappe arbeidsmarkt vormt hier een serieuze bedreiging voor. Het zoeken, vinden en opleiden van de juiste mensen, in de juiste aantallen, blijft een uitdaging voor de komende jaren.

  1. Cruciale rol voor datakwaliteit

Het onderwerp datakwaliteit is al lange tijd een belangrijk aandachtspunt, maar de Wtp voegt aan het belang een extra dimensie toe. De transitie naar de nieuwe systematiek is sterk gebaat bij hoge datakwaliteit. Het ‘meeslepen’ van fouten in de administratie kan potentieel leiden tot grote problemen bij de vaststelling van individuele pensioenrechten. Alle pensioenfondsen hebben hier de afgelopen jaren veel aandacht aan besteed, maar zolang de precieze inhoud van de nieuwe wet niet bekend is, blijft het ‘schieten op een bewegend doel’.

  1. Wijzigingen in de governance structuur

De nieuwe pensioensystematiek gaat gepaard met een herschikking van de verhoudingen tussen deelnemers, werkgevers, sociale partners en bestuur. Een nieuwe balans zal moeten worden gevonden. De risicoverschuiving in het nieuwe systeem maakt het logisch directe zeggenschap te geven aan de deelnemers, slapers en gepensioneerden. Deze zouden mogelijk door middel van een ledenraad of participantenvergadering het hoogste orgaan van het fonds moeten zijn. De vraag is hoe dit verankerd zou moeten worden in de governance structuur. Ook is de vraag welke bevoegdheden hierbij horen en welke competentie-eisen gesteld moeten worden aan participanten in een dergelijk orgaan.

Vanuit dezelfde gedachtegang zal een herbezinning plaats moeten vinden op de samenstelling en taken van de Raad van Toezicht, alsmede de toekomstige positie van het VO.

  1. Herijking kwaliteit en competenties bestuur

In het afgelopen jaar is de vraag opgeworpen of de huidige generatie pensioenfondsbestuurders per definitie de kwaliteiten heeft om ook bestuurder te kunnen zijn in het nieuwe stelsel. Een feit is dat de huidige bestuurders de voorbereidingen van de transitie hebben begeleid en ook aan het roer staan bij de feitelijke invoering van de nieuwe systematiek. Dit pleit in hun voordeel.

Niettemin blijft voortdurende aandacht voor bestuurskwaliteit een noodzaak. Met name op het gebied van diversiteit en competentiemanagement zijn er nog belangrijke slagen te maken. Dat is zo en dat blijft zo.

  1. Communicatie met deelnemers en werkgevers

Communicatie met deelnemers is van oudsher een weerbarstig onderwerp. Het is een feit dat de gemiddelde deelnemer pas echt over zijn pensioen na gaat denken als het moment van pensionering nabij is. Dat maakt communicatie tot een uitdaging. Toch zullen hier grote stappen in genomen moeten worden. Het is een plicht van elk pensioenfonds om het nieuwe stelsel op individueel niveau uit te leggen aan alle deelnemers en werkgevers. Een goede communicatiestrategie, gericht op alle interne en externe stakeholders, gaat uiteraard veel verder dan alleen de eerder genoemde keuzebegeleiding van deelnemers.

  1. Reputatie management sector

Het imago van de pensioenfondssector is al langere tijd een punt van zorg. Het afgelopen jaar is dit beeld zeker niet verbeterd. Een voorbeeld is de brandbrief van 40 prominenten die gehakt maakt van het nieuwe pensioenstelsel. Los van de vraag of de kritiek inhoudelijk juist is, is het effect op de gemiddelde Nederlander zeer ernstig. Het wordt een hele toer om het gewenste imago van Betrouwbaarheid & Degelijkheid te realiseren.

 

De afgelopen jaren hebben pensioenfondsen hard gewerkt aan verbetering van de kwaliteit van bestuur, onder andere aan de hand van de wet Versterking Pensioenfondsbestuur en de kritische vingerwijzingen van de verschillende toezichthoudende organen.
In welke mate de bestuurskwaliteit is toegenomen is moeilijk vast te stellen. Wel zeker is dat het afgelopen jaar, en met name de jaren die nog gaan komen, zeer hoge eisen stellen aan de vaardigheid en competenties van de verschillende pensioenfondsbesturen. Waarbij verandervermogen in de transitieperiode een cruciale rol speelt.

De geschetste 10 uitdagingen zijn illustratief voor de grote uitdaging waar onze sector voor staat. De komende jaren zullen bestuurlijk uitdagend blijven. We zouden zelfs willen spreken van de ultieme stresstest voor de bestuurskwaliteit.

Uit recent onderzoek van accountantskantoor BDO blijkt dat een derde van de pensioenfondsen denkt de ingangsdatum van 2027 niet te halen. Ruim de helft heeft nog geen besluit genomen over de inrichting van het nieuwe pensioencontract. Eén op de drie fondsen heeft nog niet onderzocht hoe de deelnemers denken over risico’s nemen bij beleggingen.

Het wordt erg spannend. Het is prematuur om te spreken van een crisissituatie. Maar de tijd dringt.

Xudoo Pensioenfonds Bestuur
Maas Simon, partner
Peter Priester, partner